Het onderscheid tussen trek- en standvogels heeft te maken met de plaats waar de vogels de winter doorbrengen. Sommige vogels blijven in de buurt van het broedgebied. Andere kiezen voor de vlucht vooruit, naar het zuiden of westen.
Waarom trekken vogels weg?
Net als de meeste mensen houden vele vogels niet van het koude winterweer. Maar vooral de moeilijkere omstandigheden om water, voedsel en onderdak te vinden drijft hen zuidwaarts. Een bekend voorbeeld is de boerenzwaluw, die wat betreft mondvoorraad volledig afhankelijk is van vliegende insecten. En die vind je in de winter in het noorden niet of nauwelijks terug. Naast de zwaluwen zijn ook de nachtegaal en de tjiftjaf bekende trekvogels. Die vogels proppen zich voor ze vertrekken letterlijk vol om de tocht aan te kunnen. Het is dus geen slecht idee om tegen het einde van de zomer wat extra voedsel te voorzien.
Wie blijft thuis?
Thuisblijvers of standvogels blijven in de buurt van het broedgebied overwinteren. De meeste vogels die ons bekend zijn, zoals de merel, huismus, specht en ekster, zijn standvogels. Ze weten zich ondanks de koude staande en vliegende te houden in het barre noorden. Daarvoor hebben ze vetten nodig. Door vetrijk voedsel zoals de Frost Nights Blend te voorzien voor de vogels in je buurt, help jij hen mee de winter door.
Wat zijn deeltrekkers?
Wist je dat er naast trekvogels en standvogels ook een tussensoort bestaat, genaamd “deeltrekkers”? Dat zijn vogelsoorten waarvan sommige exemplaren op hun standplaats blijven en andere naar vreemde oorden trekken. Een voorbeeld van een deeltrekker is het roodborstje. Terwijl de vrouwtjes en jongen ’s winters wegtrekken, trotseert het mannetje de noordelijke koude. Andere bekende deeltrekkers zijn de vinken en spreeuwen.
Deel dit artikel
Tags in dit artikel
Tips & weetjesGerelateerde artikelen
{{Title}}
{{Title}}
community
Word lid van onze community!
- Leuke beloningen
- Unieke ideeën, tips en tricks
- Gratis samples en kortingsbonnen
- Nieuwe producten testen